Ik zit bij de fysio.
Neen niet voor mezelf. Ik ben hier met mijn dochter. Ik heb dus even de tijd om
na te denken en wat te schrijven voor mijn blog.
Over hoe goed we
het hier hebben. En hoe weinig we dat beseffen, soms.
Zondag. Ik zit te
kijken naar mijn jongste dochter die staat te tennissen. Ineens knapt er iets
onderaan haar voet. Huilend moet ze van de baan en omdat de pijn niet wijken
wil, besluiten we naar de Spoedeisende Hulp te gaan. Na twee uur wachten is er
eindelijk een foto genomen en een drukverband gelegd. Ik heb me rot geƫrgerd
aan de kloof tussen het woord “Spoed” en het gebrek daaraan in de realiteit.
Waarschijnlijk twee
weken op krukken lopen, luidt het verdict. Ik zucht, want dat betekent naar
school brengen en van school halen en fysio en... Niet zo eenvoudig om dit een plaats te geven
in een leven waarin het evenwicht tussen het werk en het runnen van een
huishouden al een wankel evenwicht is en waartussen ik mijn voorbereidingen en
sponsorwerving voor Kili-explorer ook probeer te wrikken.
Ik vind het zo
sneu voor haar. Ze mist sowieso twee tennistoernooien en een voetbalclinic en
ik weet hoe ze daarvoor leeft en hoe ze daarnaar uitkeek.
Ik zit nu met
haar bij de fysio. Net nog draaide ik met een aantal fijne collega's een
dry-run van een belangrijke presentatie nu donderdag en daarna maakte ik de
heldentocht door de file naar huis. Ik ben helemaal gestresst. Ik bedenk dat ik
eigenlijk ook een stukje moet schrijven voor dit blog en ineens zie ik de
relativiteit in van mijn en onze zorgen en schaam ik me een beetje.
Wat zijn onze
zorgen in vergelijking met de wonden die de oorlogen hebben geslagen in de
harten, de zielen en de levens van zovele duizenden kinderen? Wat betekent het
missen van een tennistoernooi als je dat vergelijkt met het missen van onderwijs, opvoeding, de warmte van een gezin en het vertrouwen in mensen. Wat
betekent mijn stress in vergelijking met de angst voor bruut geweld die nooit
wijkt?
Ik denk aan Mtoto
daar in Oeganda. Voor haar en haar lotgenoten ga ik die berg op. Voor haar tracht
ik geld in te zamelen. Ik ken haar verhalen. Ze zitten klaar om geschreven te
worden. Mijn en jullie leven is de hemel in vergelijking met het hare. En toch
lacht ze.
Ik kijk naar mijn
dochter die moedig de pijn verbijt als de fysio haar voet onder handen neemt.
Ze glimlacht naar me, haar ogen zoeken steun. Ik besef hoe gelukkig we zijn. Ik
besef dat we wat moeten doen voor hen die niet zo gelukkig zijn. Meer dan ooit
besef ik dat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten