He daar, Witte!
Ik heb gisteren gespeeld met Bloem en Gazelle, twee
vriendinnen van me. Meisjes die mijn zusjes konden zijn. We hebben zo gelachen.Ik heb over jou verteld, Witte. Over je tocht naar de top van de Berg met de Witte Top waar de Goden wonen. Ze wilden me eerst niet geloven. Ik heb ze verteld hoe gek je bent en dat je een keikop bent, net als ik. En toen ging ik op mijn hoofd trommelen en klonk het eerder als een holle boomstam en moesten we lachen. Ik klonk als een holle keikop.
We maakten met onze handen in het mulle zand een berg die
steeds hoger en hoger werd en dan gingen we erop staan en we stapten zo traag
als jij dat geschreven had: als een bejaard mevrouwtje dat achterwaarts stapt.
Zoooooo traag. En we vonden het zo onnozel en grappig. Mijn buik deed pijn van
het lachen.
Helemaal grappig werd het toen ik vertelde over je bleke
huid die je moet beschermen tegen onze zon en over je witte haren en over de
naam die ik je geef: Witte.
We slopen de hut van de dorpsoudste binnen en namen uit de
potten met kleurige klei die hij gebruikt om zichzelf en anderen te
beschilderen, een flinke klomp witgekleurde klei en we liepen tot bij de rivier
en verfden onze haren wit en we schminken ons gelaat wit en we speelden Witte
die de berg beklimt, stappend met kleine zuinige schuifelende stapjes, met onze
witte haren en onze witte gezichten en we huilden van het lachen, Witte.
Gazelle schreeuwde dat als je zo traag loopt het wel
honderd dagen duurt voor je boven bent en Bloem die gierde van het lachen en zei
dat de berg eerder platgelopen zal zijn dan beklommen, zo traag. En ik lachte
zo hard mee, Witte.
Maar vertel me nu? Hoe kan je nu in dat tempo toch de top
bereiken???
Geen opmerkingen:
Een reactie posten