Hoi Witte,
De steen in mijn
maag en buik wordt steeds kleiner en minder hard en er zijn steeds meer dagen
waarop ik kan lachen en waarop ik de oorlog vergeet. Dagen waarop ik gewoon
leer lezen en schrijven en tellen en rekenen. Dagen waarop ik kan babbelen met
Marie over gewone dingen.
Soms vertel ik
tegen Marie over de oorlog. Over mijn angsten en over alle herinneringen die ik
diep binnen in mij heb proberen te begraven om ze te vergeten. Diep in mij zijn
ze gaan zweren en etteren als vieze wonden en langzaam gingen ze me van binnenuit opvreten .
Marie heeft me geleerd,
beetje bij beetje, om er over te praten. Eerst was het moeilijk. Omdat er over
praten pijn doet als felle prikkende naalden die ik in mijn hart en ziel steek.
Ik was bang om er over te praten. Marie heeft me geleerd dat ik mijn verdriet niet
diep in mij moet begraven, maar dat ik het langs de buitenkant moet dragen,
zodat zij me kan helpen. Veel zegt ze niet. Ze luistert, ze troost.
Beetje bij beetje komt het verleden naar buiten. Het is vies en vuil, het ettert en zweert en het stinkt. Het maakt me misselijk. Het doet zeer. Maar daarna voelt het beter, daarna voel ik me lichter. Daarna voel ik de steen kleiner worden, minder scherp, minder zwaar, minder pijnlijk, minder gloeiend.
Marie is een
geschenk van de goden.
Beste Witte, ik hoop zo dat je
lekker veel geld weet te verzamelen. Zodat War Child nog veel lieve mensen als
Marie naar kinderen als ik kan sturen, om ons te helpen de oorlog te vermalen
en verpulveren en ons te leren leven en vrij te ademen en te lachen. Ik huil
terwijl ik dit schrijf. Van emotie. Ik stuur je mijn woorden en fluister ze in
de wind en de wind blaast ze tot bij jou daar in dat verre land in het Noorden.
Liefs,
Mtoto, kind van de wind.
Mtoto, kind van de wind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten