Word vriend van HEROCK WORKWEAR en verdien 1 euro voor War Child!
Klik HIER


donderdag 28 juni 2012

Mtoto en Marie


Marie is nu al een poos hier. En de anderen. Ik leer hun namen wel. Ze lijken op elkaar. Ze hebben vreemde namen en spreken een taal tegen elkaar die in niets lijkt op de mijne. De woorden zijn anders en de klanken en het ritme zijn me onbekend. Ik begrijp hen niet en toch is hun aanwezigheid in het dorp rustgevend.
Marie probeert met me te praten. Om de een of andere reden lukt het me niet. Alsof ik bang ben om over de pijn te praten die diep in me zit. Alsof ik bang ben dat ik door de pijn te noemen, ik die pijn verder voed. Marie is zacht. Ze is geduldig. Ze kijkt me in de ogen. Haar ogen hebben de kleur van de hemel bij zonsopgang. Lichtblauw. Bijna doorzichtig. Als ze praat in haar taal doet ze me denken aan een helder klaterende beek hoog in de heuvels. Soms, als de bron in het dorp bijna droog staat, lopen we twee uur door de hitte die voelt als een warme muur waar je de hele tijd tegen aan beukt. Eerst door de dorre vlakte en dan ineens verschijnen heuvels en dan klimmen we omhoog met de kruiken op onze hoofden, schichtig kijkend, want hier zijn we onbeschermd tegen de hongerig sluipende luipaarden en de soldaten die hier in de luwte van de heuvels en de bomen schuilen. We komen bij de klaterende beek, met het heldere koude water. We drinken gulzig en wassen de dikke laag stof van onze huiden en wassen onze haren terwijl een van ons de wacht houdt en dan vullen we de kruiken en beginnen we aan de lange tocht terug naar het dorp. Mijn hoofd dreunt bij elke stap en mijn nek en schouders janken van de pijn, maar ik hou vol.

Als Marie praat is ze als een klaterende beek. En haar woorden kunnen me schoon wassen als het water in de beek. Haar woorden kan ik drinken om mijn dorst naar genegenheid te lessen. Maar ik durf niet. Nog niet.
Ik kijk in haar ogen en ik voel alleen tranen. In mijn keel zit een stekelige vrucht en in mijn buik zit een gloeiende steen.

Ik durf mijn ogen niet te sluiten dan, want dan kijk ik in mezelf en zie ik de honderden vreselijke beelden van geweld en vernedering, van ongenadige hardheid. Dan hoor ik het geschreeuw van de slachtoffers, het huilen van bange kinderen, het kermen van de gewonden, het murmelende ademen  van de stervenden en het smeken van zij die hulp zochten.

Ik durf niet in mezelf te kijken. Ik klamp me vast aan Marie, zoals jonge aapjes aan hun moeder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten