Mtoto ligt te
slapen in het duister van de hut waar het ruikt naar kruiden. Ze rilt en
zweetdruppels parelen op haar voorhoofd. Mtoto is ziek.
Gisteren voelde
ze zich ineens niet lekker. Ze was met de andere meisjes en vrouwen helemaal de
bergen in gegaan om er water te halen bij de bron. Bijna twee uur hadden ze
gelopen langs de zanderige wegen die bezaaid liggen met scherpe stenen en die
stoffig zijn en waarin diepe greppels zijn gegraven door de regen.
Ze liepen in
stilte om geen aandacht te trekken. Ze liepen in stilte en spitsten de oren
als gazelles en speurden het struikgewas voorturend af met hun ogen, op hun
hoede voor de roofdieren en soldaten die zich hier schuil houden in de koele
schaduw van het oerwoud op de heuvels.
Bij de bron
hadden ze zich gewassen. Spelend, terwijl de oudere vrouwen de wacht hielden.
Ze had een stuk zeep gekregen en daarna rook ze heerlijk naar bloemen. Ze had
gulzig van het water gedronken.
Op de terugweg
voelde ze zich ineens niet lekker. Het voelde alsof alle kracht langs haar
gonzende hoofd wegvloeide. De hitte van de dag leek als honderden overvolle
kruiken water op haar te drukken. Haar nek en schouders jankten van de pijn en
haar hart bonsde alsof ze uren had gelopen. Ze kreeg het warm en dan weer koud en
haar buik leek vol priemende angels te zitten.
Mtoto weet niet
hoe ze in het dorp is geraakt met die zware kruik op haar hoofd. Ze weet hoe
ineens alles zwart werd en de wereld verdween. Hoe vrouwen rond haar stonden en
hoe ze in een hut werd gelegd en hoe men haar natte doeken bracht om de gloed
te koelen en hoe iemand haar probeerde te laten drinken en haar kruiden liet
kauwen.
Mtoto droomde de
vreemdste dromen. Ruwe dromen over de oorlog. Over vloekende dronken soldaten
die de vrouwen verkrachten en verminken terwijl hun kinderen staan te kijken.
Die de mannen vermoorden en het dorp plunderen. Over olifanten die door de
jungle razen en de bomen omver lopen. Over huilende kinderen die om hulp
vragen. Over eenzaamheid en hulpeloosheid. De dromen zijn zo diep en ze is te
ziek om eraan te ontsnappen.
Het ergste is nu
voorbij. De koorts wijkt langzaam en Mtoto slaapt nu rustig. Een vrouw met een
vreselijk verminkt gelaat waakt bij haar. Ze geeft Mtoto een beetje te drinken
en zingt stil een bezwerend lied over de wind en de vogels en de zon en de
wolken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten